“Het lijkt of mensen tegenwoordig niet meer naar elkaar luisteren. Dat baart mij grote zorgen.”
Michel van Hulten
Het AG-lidmaatschap kent geen leeftijdsgrenzen, maar dat een 95-jarige zich als lid aanmeldt is uitzonderlijk. Michel van Hulten is de naam van deze krasse nieuwkomer en zijn aanmelding is extra bijzonder omdat het een wonder is dat hij er nog is: vijf jaar geleden overleefde hij ternauwernood een COVID-besmetting. Zijn fysieke gezondheid kreeg er een flinke tik door, maar hij is nog onder ons en zijn geestelijk vermogens zijn helemaal in orde. Ook zijn geheugen functioneert nog goed, zoals blijkt wanneer hij terugkijkt op zijn lange en roerige loopbaan. “Het toeval heeft een enorme rol gespeeld in mijn carrière,” is de eerste opmerking die hij bij ons interview maakt, maar die uitspraak moeten we met een korrel zout nemen. Je bent niet ‘toevallig’ medeoprichter van de Politieke Partij Radicalen en je wordt niet ‘toevallig’ staatssecretaris in het kabinet Den Uyl. Van Hulten had een missie en wist op vaardige wijze op het goede moment op de goede plaats te zijn.
Hij studeerde sociale geografie en planologie en promoveerde in 1962 op de marxistisch collectivistische landbouw in Polen. Een mooie carrière in de wetenschap lag in het verschiet. Hij leidde ambitieuze internationale onderzoeksprojecten over de urbanisatie van Europa en een hoogleraarschap lag onder handbereik. Maar hij had andere plannen, hij wilde de (progressieve) politiek in. Hij werd actief bij de KVP in Amsterdam, maar stoorde zich aan de behoudende koers van de partij. Het waren de roerige jaren zestig – alles moest radicaal op de schop – en in 1968 splitste hij zich met enkele anderen af van de KVP: de PPR was geboren. In 1971 belandde hij voor deze partij in de Eerste Kamer en in 1973 - opmerkelijke volgorde - in de Tweede Kamer. Bij de kabinetsformatie werd hij door premier Den Uyl gevraagd om staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat te worden. 
V&W was destijds een van de grootste overheidsdepartementen, de PTT viel er bv ook onder. Van Hulten: “Ik moest me bezighouden met zaken als de binnenscheepvaart, het vrachtvervoer over de weg en de toewijzing van zendfrequenties. Lastige onderwerpen en ik had er geen enkele ervaring mee.“ Ondersteuning door ‘zijn’ minister, Westerterp, was slecht. “Die kwam regelmatig niet opdagen bij ons wekelijks overleg, was voornamelijk bezig met zijn eigen politieke toekomst.” Het kabinet Den Uyl werd gekenmerkt door veel interne conflicten en viel uiteindelijk in 1977. Een tweede kabinet Den Uyl kwam er niet, het werd na veel gedoe het kabinet Van Agt-Wiegel, voor de PPR was geen rol meer weggelegd. Enkele jaren later stapte van Hulten uit de partij, omdat hij het niet eens was met de gekozen koers.
In 1978 besloot hij zich in te zetten voor ontwikkelingswerk en vertrok hij met zijn gezin naar Mali, later ook naar andere landen, om hulpprogramma’s te coördineren. Ook na zijn pensionering bleef hij nog lang en op veel manieren, ook politiek, actief. Op de vraag wat hij vindt van de huidige tijd is hij somber: “Het lijkt of de dialoog, het in een open sfeer samen oplossingen zoeken voor problemen, is verdwenen. In 1969 was ik uitverkoren om op Harvard deel te nemen aan Kissinger’s Seminar: veertig jonge mensen uit de hele wereld kregen zes weken lang colleges van Henry Kissinger en andere topmensen, en discussieerden daar open en ongeremd met elkaar over. Ik vond dat fantastisch. Dat perspectief van denken bestaat niet meer! Het lijkt of mensen tegenwoordig niet meer naar elkaar luisteren. Dat baart mij grote zorgen. Zou het AG dat niet op een of andere manier kunnen oppakken…?”