Skip to main content

Mensen van het AG

Ans Meerding

28 november 2017

Ons nieuwe AG-bestuurslid Ans Meerding (60 jaar) is van jongs af aan gewend hard te werken.

Bas Bierkens
“Thuis, in Helmond, hadden we een elektrotechnisch installatiebedrijf. Als kind heb ik vaak in de winkel gestaan en op het kantoor gewerkt. Vanaf mijn vijftiende legde mijn vader mij de jaarstukken voor. Het heeft me op financieel gebied een zakelijke instelling gegeven.”

Ans Meerding en Johan Boogaards, klaar om uit te rukken met de Dierenambulance

Ons nieuwe AG-bestuurslid Ans Meerding (60 jaar) is van jongs af aan gewend hard te werken. “Thuis, in Helmond, hadden we een elektrotechnisch installatiebedrijf. Als kind heb ik vaak in de winkel gestaan en op het kantoor gewerkt. Vanaf mijn vijftiende legde mijn vader mij de jaarstukken voor. Het heeft me op financieel gebied een zakelijke instelling gegeven.”

Haar vader wilde niet dat zijn vier kinderen in de zaak zouden komen. Wel moesten ze allemaal, dus ook de meisjes, een beroep leren, want ze moesten voor zichzelf kunnen zorgen. “Best wel bijzonder voor die tijd”, kijkt Ans nu terug. 

“Tegen mij zei hij: ‘Je moet architect worden, echt iets voor jou’.” Niet zonder reden: de belangstelling voor techniek en tekenen zat er bij haar al vroeg in. “Mijn enige broertje kreeg heel mooie, grote blokken van mijn vader, die werktuigbouwkundige was. Degene die ermee speelde, was ik. Ze staan nu dan ook bij mij.”

In 1982 studeerde ze af aan de TU/e, als stedenbouwkundige én bouwkundige. Werk was er niet meteen beschikbaar in de recessie, maar na één jaar als filiaalhoudster van Lundia in Den Bosch te hebben gewerkt, kon ze eindelijk aan de slag bij een architectenbureau en vijf jaar later bij het ingenieursbureau Grontmij. Een pittige baan, terwijl er intussen twee zoons werden geboren en ze met haar man het huis in Eindhoven flink verbouwde. 

Na dertien jaar begon ze haar eigen stedenbouwkundig adviesbureau aan huis, ook om er genoeg te zijn voor haar tienerzonen. Daarbij was ze nog drie jaar deeltijd universitair docent aan de TU/e. “Tropenjaren”, noemt ze die tijd. 

“Jij kunt alles aan”, zei haar moeder altijd, maar toen zich ook nog een scheiding aandiende, raakte ze toch overspannen. “Ik ben heel idealistisch, wil alles ook heel goed doen, maar kwam erachter dat er grenzen zijn. Ik heb daardoor wel geleerd mijn werk strak te plannen, tot op de dag van vandaag. Daarbij speelt mee dat ik hoogsensitief ben: er komen bij mij extra veel prikkels binnen, met name als er veel mensen bij elkaar zijn. Dan moet ik op tijd rust nemen.”

Haar hooggevoeligheid kwam haar erg van pas bij haar werk, bijvoorbeeld tijdens inspraakavonden over centrumplannen voor gemeenten. Ze had een extra antenne voor de emoties van de insprekers en kon daar vervolgens adequaat op inspelen. 

In het verlengde hiervan liggen tal van cursussen die ze volgde, onder andere gelaatkunde en lichaamstaal, Reiki, hondentaal en Paardenmaat. “Je leert jezelf heel goed kennen door de omgang met paarden.” Ook vele verre reizen, samen met echtgenoot en zakenpartner Niek Speller, verruimden in de loop der jaren haar kijk op de wereld. 

Nadat ze in 2013 officieel haar carrière had beëindigd en een paar jaar intensief voor haar ouders had gezorgd, besloot ze zich nuttig te gaan maken als vrijwilliger bij de Dierenambulance. Elke maandag staat ze met haar maatje Johan Boogaards paraat om gewonde of verdwaalde dieren in Zuidoost-Brabant op te halen. “Hoe een samenleving met dieren omgaat, zegt veel over het morele niveau ervan. De natuur zou onze leidraad moeten zijn, jammer dat we die al zo ver ontgroeid zijn.”

Dit interview verscheen eerder in Gewag 62